{"id":1248,"date":"2016-04-04T21:24:17","date_gmt":"2016-04-04T20:24:17","guid":{"rendered":"https:\/\/strafrechtelijk-beslag.nl\/?page_id=1248"},"modified":"2024-04-01T23:19:50","modified_gmt":"2024-04-01T22:19:50","slug":"wettelijk-kader-inbeslagneming-strafrecht","status":"publish","type":"page","link":"https:\/\/strafrechtelijk-beslag.nl\/wettelijk-kader-inbeslagneming-strafrecht\/","title":{"rendered":"Wettelijk kader beslag in het strafrecht"},"content":{"rendered":"

In het strafrecht is precies geregeld in welke gevallen voorwerpen in het strafrecht in beslag genomen kunnen worden. Artikel 134 lid 1 Sv. bepaalt dat onder inbeslagneming van eenig voorwerp wordt verstaan ‘het onder zich nemen of gaan houden van dat voorwerp ten behoeve van de strafvordering’.Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste artikelen in het Wetboek van Strafvordering en enkele bijzondere wetten.<\/p>\n

Beslag ogv strafvordering<\/h3>\n

De opsporingsambtenaar en de (hulp-)officier van justitie<\/dfn> zijn onder bepaalde voorwaarden tot inbeslagneming bevoegd. Deze voorwaarden zijn neergelegd in de artikelen 56, 95, 96, 96a, 96b en 551 Sv ten aanzien van de opsporingsambtenaar en in de artikelen 56, 96c, 97 en 100 Sv ten aanzien van de (hulp-)officier van justitie. Sommige bijzondere wetten geven een ruimere bevoegdheid, zoals artikel 18 Wet op de Economische Delicten, artikel 9 Opiumwet<\/a> en artikel 52 lid 1 Wet Wapens en Munitie. Overigens zijn de rechter-commissaris<\/dfn> (artikelen 104, 105, 110, 195 en 114 Sv ) en ook een ieder (artikel 95 Sv) in bepaalde situaties bevoegd tot inbeslagneming.<\/p>\n

In overzicht:<\/p>\n\n\n\n\n\n\n\n\n\n\n
Wettelijke grondslag<\/strong><\/td>\nInhoud<\/strong><\/td>\nBevoegde personen<\/strong><\/td>\n<\/tr>\n
art. 95 Sv.<\/a><\/td>\nInbeslagname bij aanhouden en staandehouden<\/a><\/td>\n– aan kleding: opsporingsambtenaren
\n(fouillering<\/a>)
\n– in lichaam: OvJ<\/td>\n<\/tr>\n
art. 96 Sv.<\/a><\/td>\nBetreden plaatsen ter inbeslagneming<\/a><\/td>\nopsporingsambtenaren<\/td>\n<\/tr>\n
art. 96a\u00a0Sv.<\/a><\/td>\nBevel tot uitlevering van voorwerpen<\/a><\/td>\nopsporingsambtenaren<\/td>\n<\/tr>\n
art. 96b\u00a0Sv.<\/a><\/td>\nDoorzoeken vervoermiddelen<\/a><\/td>\nopsporingsambtenaren<\/td>\n<\/tr>\n
art. 96c Sv.<\/a><\/td>\nDoorzoeken plaatsen, m.u.v. woning\u00a0<\/a><\/td>\nofficier van justitie of hulp-officier van justitie<\/td>\n<\/tr>\n
art. 97\u00a0Sv.<\/a><\/td>\nDoorzoeken woning door officier van justitie<\/a><\/td>\nofficier van justitie of hulp-officier van justitie,
\nindien komst r-c niet kan worden afgewacht.<\/td>\n<\/tr>\n
art. 110 Sv.\u00a0<\/a><\/td>\nDoorzoeken door rechter-commissaris<\/a><\/td>\nrechter-commissaris<\/td>\n<\/tr>\n<\/tbody>\n<\/table>\n

> Overzicht redenenr machtiging voor betreden woning door politie<\/a><\/p>\n

Artikel 2 Politiewet als basis voor optreden<\/h3>\n

Zoals het Gerechtshof te \u2019s-Hertogenbosch op 15 april 2014 (ECLI:NL:GHSHE:2014:1044) heeft overwogen, behelst de strafvorderlijke wetgeving geen uitputtende regeling van te hanteren opsporingsmiddelen of \u2013methoden. Als in een geval gebruik is gemaakt van een niet in de wet opgenomen opsporingsmiddel of \u2013methode, maar daarbij geen sprake is van een inbreuk op \u00e9\u00e9n van de grondrechten van verdachte, of deze inbreuk slechts beperkt van aard\/ omvang is, biedt artikel 2 Politiewet in samenhang met artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) en artikel 142 Sv een afdoende wettelijke basis.<\/p>\n

Wettelijke grondslag voor beslag<\/h3>\n

De wet biedt twee grondslagen voor het leggen van beslag in het strafrecht:<\/p>\n

    \n
  1. Klassiek beslag (art. 94 Sv.)<\/a>
    \nBij inbeslagneming op basis van art. 94 Sv staan centraal de waarheidsvinding (Vgl. HR 11 maart 2008, LJN BC6224), ook wat betreft het aantonen van wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in art. 36e Sr, en het verwijderen uit het maatschappelijk verkeer van voorwerpen waarvan de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.<\/li>\n
  2. Conservatoir beslag (art. 94a Sv.)<\/a>
    \nBij inbeslagneming met toepassing van art. 94a Sv gaat het om een conservatoir beslag, waarmee in geval van verdenking van of veroordeling wegens een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, beoogd wordt een verhaalsmogelijkheid zeker te stellen in verband met een later eventueel op te leggen geldboete of ontnemingsmaatregel.<\/li>\n<\/ol>\n

    > Veelgestelde vragen beslag in het strafrecht<\/a><\/p>\n

    Vormen van beslag<\/h3>\n

    Er zijn verschillende vormen van beslag.<\/p>\n