Auto met verborgen ruimte mag terug na herstel door eigenaar
Een auto is in beslag genomen omdat er een verborgen ruimte in is aangetroffen. De klager, die geen verdachte is, verzoekt om teruggave en biedt in dat verband aan de auto in oorspronkelijke staat te herstellen. De rechtbank stelt voorop dat een auto met een verborgen ruimte in beginsel in aanmerking komt voor onttrekking aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Dergelijke ruimtes worden namelijk gebruikt voor criminele activiteiten. Een en ander betekent dat de auto in de huidige staat niet terug kan worden gegeven aan de klager. Omdat het aantreffen van de ruimte echter niet kan worden gekoppeld aan enig strafbaar handelen, moet de klager de gelegenheid krijgen om de auto op eigen kosten te laten herstellen. Ten aanzien van de procedure in verband met dat herstel wordt het volgende overwogen. Vanuit de huidige opslaglocatie van de auto zal een offerte van de herstelkosten (doen) worden opgemaakt op basis waarvan de klager zal bepalen of hij de auto wel of niet in originele staat laat herstellen. Als hij ervoor kiest om de herstelwerkzaamheden uit te laten voeren dan wordt hij als opdrachtgever daartoe aangemerkt en zal hij na betaling van de gefactureerde herstelkosten de auto terugkrijgen. Voor zover de klager geen herstel laat plaatsvinden, zal de auto worden onttrokken aan het verkeer. (Rb Rotterdam, 28 juni 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:6614).Uitspraak rechtbank:
Vaststaat dat in de laadbak van de auto een verborgen ruimte is aangetroffen en dat deze ruimte leeg was. Niet is gebleken dat de klager wist van het bestaan van die ruimte of daarvan gebruik heeft gemaakt.
De rechtbank stelt voorop dat een auto met een verborgen ruimte in beginsel in aanmerking komt voor onttrekking aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Dergelijke ruimtes worden namelijk gebruikt voor criminele activiteiten. Een en ander betekent dat de auto in de huidige staat niet terug kan worden gegeven aan de klager. Omdat het aantreffen van de ruimte echter niet kan worden gekoppeld aan enig strafbaar handelen, moet de klager de gelegenheid krijgen om de auto op eigen kosten te laten herstellen.
Ten aanzien van de procedure in verband met dat herstel wordt het volgende overwogen. Vanuit de huidige opslaglocatie van de auto zal een offerte van de herstelkosten (doen) worden opgemaakt op basis waarvan de klager zal bepalen of hij de auto wel of niet in originele staat laat herstellen. Als hij ervoor kiest om de herstelwerkzaamheden uit te laten voeren dan wordt hij als opdrachtgever daartoe aangemerkt en zal hij na betaling van de gefactureerde herstelkosten de auto terugkrijgen. Voor zover de klager geen herstel laat plaatsvinden, zal de auto worden onttrokken aan het verkeer.
De rechtbank realiseert zich dat de praktische uitvoering van het voorgaande nog wel de nodige invulling vereist van de kant van het openbaar ministerie en de klager. Op zitting heeft zijn raadsman toegezegd hierover in contact te zullen treden met de zittingsofficier van justitie. Wel wordt ervan uitgegaan dat de uitvoering van een en ander uiterlijk 1 september 2021 moet kunnen zijn gerealiseerd.
Het klaagschrift zal voorwaardelijk gegrond worden verklaard, in die zin dat de teruggave van de auto zal worden bevolen, onder de voorwaarden dat de klager de auto in originele staat laat herstellen en de daaraan verbonden kosten heeft betaald. Voor het geval niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, zal het klaagschrift ongegrond worden verklaard.
Vordering tot onttrekking aan het verkeer
Gelet op wat hiervoor is overwogen, zal deze vordering voorwaardelijk worden afgewezen, namelijk onder de voorwaarde dat de auto is hersteld en dat dat is betaald door de klager.
Voor het geval de klager de auto niet laat herstellen, zal de vordering worden toegewezen.