Klaagschrift 552a Sv na einde strafzaak

Het kan voorkomen dat een rechter vergeet om een beslissing te nemen over de door de politie in beslag genomen voorwerpen. Wanneer de uitspraak al wel onherroepelijk is geworden, heeft u nog enkel de mogelijkheid om de voorwerpen terug te krijgen door het indienen van een klaagschrift ex artikel 552a Sv.

Wanneer

Het is dus mogelijk om een klaagschrift ex artikel 552a sv. in te dienen wanneer de rechter in de strafzaak heeft verzuimd ex art. 353 Sv te beslissen over het inbeslaggenomen voorwerp.

Ingevolge art. 353 Sv neemt de rechtbank een beslissing over de voorwerpen die met toepassing van art. 94 Sv in beslag zijn genomen. Art. 353 Sv heeft dus geen betrekking op voorwerpen die ex art. 94a Sv in beslag zijn genomen. Dat is in overeenstemming met de ratio van het conservatoir beslag, dat niet wordt gelegd voor gebruik in rechte, maar voor het veiligstellen van het recht van verhaal ingeval een geldboete of een ontnemingsmaatregel wordt opgelegd. Dat betekent dat van de beslissing van de beklagrechter met betrekking tot beslag ex art. 94a Sv niet gezegd kan worden dat zij naar haar aard is gegeven in afwachting van het oordeel van de strafrechter dienaangaande.

Termijn

Het klaagschrift moet worden ingediend binnen 3 maanden nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Bevoegde instantie

De bevoegde instantie voor het beoordelen van het klaagschrift is het gerecht dat als laatste in feitelijke instantie uitspraak in de zaak heeft gedaan.

Maatstaf

Bij de beoordeling van een klaagschrift na een onherroepelijke uitspraak gericht tegen een beslag als bedoeld in art. 94 Sv dient de rechter te onderzoeken of:
(a) het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert en zo neen,
(b) de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van die voorwerpen moet worden beschouwd (vgl. HR 25 september 2001, LJN AD5966, NJ 2002, 109).

Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor art. 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt (Hoge Raad 28 september 2010, LJN BL2823, NJ 2010/654). Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen, bijvoorbeeld in een nog lopende zaak tegen een medeverdachte.

De rechter kan later niet meer de verbeurdverklaring van de voorwerpen uitspreken, dus dat bij de beoordeling van het klaagschrift is het niet meer van belang of de voorwerpen verbeurd verklaard hadden kunnen worden.

Alleen zou een rechter naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in art. 36b, eerste lid onder 4°, Sr in verbinding met art. 552f Sv. nog de voorwerpen kunnen onttrekken aan het verkeer (Vgl. HR 14 maart 2006, LJN AV0335). Dit dient de rechter dus nog alleen te beoordelen.

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden