Redenen voor machtiging binnentreden woning
Er kunnen verschillende redenen bestaan voor de hulpofficier van justitie voor het afgeven van een machtiging aan de politie om een woning binnen te treden.
Wettelijke grondslag | Toelichting |
Art. 9 lid 1 onder b Opiumwet | De opsporingsambtenaren hebben, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, toegang tot de plaatsen, waar een overtreding van de Opiumwet wordt gepleegd of waar redelijkerwijze vermoed kan worden dat zodanige overtreding geleegd wordt. |
Art. 96 Wetboek van Strafvordering | In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67 lid 1 Sv. is de opsporingsambtenaar bevoegd de daarvoor vatbare voorwerpen in beslag te nemen en daartoe elke plaats te betreden |
Art. 97 Wetboek van Strafvordering | In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67 lid 1 Sv. kan de hulpofficier van justitie, bij dringende noodzakelijkheid en indien het optreden van de rechter-commissaris en officier van justitie niet kan worden afgewacht, ter inbeslagneming een woning of kantoor van een persoon met bevoegdheid tot verschoning als bedoeld in artikel 218 Sv. doorzoeken |
Art. 444 lid 1 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering | De deurwaarder heeft ter inbeslagneming toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is |
Art. 49 Wet Wapens en Munitie | De bij of krachtens art. 141 Sv. aangewezen ambtenaren kunnen te allen tijde op plaatsen waar zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat wapens of munitie aanwezig zijn, ter inbeslagneming doorzoeking doen |
Art. 20 lid 4 Wet Bijzondere Opneming Psychiatrisch | Het ten uitvoer leggen van een krachtens een op grond van artikel 20 lid 1 Wet BOPZ afgeven last tot inbewaringstelling draagt de burgemeester op aan een of meer ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die zich voorzien van de bijstand van een of meer personen met kennis van de zorg voor personen die gestoord zijn in hun geestvermogens. De bedoelde ambtenaren kunnen daartoe elke plaats betreden waar de op te nemen persoon zich bevindt, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is |
Art. 20 Wet op de Economische Delicten | De opsporingsambtenaren hebben in het belang van de opsporing toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is |
Art. 28 lid 1 sub c Wet Administratiefrechtelijke afhandeling verkeersvoorschriften | De officier van justitie te Leeuwarden of de ambtenaar die door hem is belast met de toepassing van de gijzeling heeft voor het in gijzeling stellen van de betrokkene toegang tot elke plaats |
Art. 53 Vreemdelingenwet | De ambtenaren belast met de grensbewaking en de ambtenaren belast met toezicht op vreemdelingen zijn bevoegd elke plaats te betreden, daaronder begrepen een woning zonder de toestemming van de bewoner, voor zover dat nodig is ter uitzetting van de vreemdeling dan wel voor de inbewaringstelling van de vreemdeling op grond van artikel 59 Sv. |
Voorwaarden
Op de machtiging dient wel steeds de reden voor de inbeslagname te worden vermeld, alsook de verbalisanten die tot de inbeslagname bevoegd zijn. In beginsel mag er niet tussen 0.00u en 6.00u worden binnengetreden in een woning. Een eenmaal afgegeven machtiging tot binnentreden van een woning geldt voor de dag waarop de machtiging is afgegeven en de drie daaropvolgende dagen, tenzij anders in de machtiging is omschreven.