Toestemming fouilleren, binnentreden en doorzoeking ter inbeslagneming
Indien een verdachte of een bewoner toestemming verleend voor het binnentreden of voor het onderzoek aan de kleding, dan hoeven de wettelijke formaliteiten niet in acht te worden genomen (HR NJ 1976, 491 en NJ 1996, 688). Er worden dan ook minder strenge eisen gesteld aan het redelijk vermoeden van schuld dat nodig is (zie o.a ECLI:NL:HR:2012:BY5315).
Bewuste en vrijwillige toestemming
Toestemming moet wel bewust en vrijwillig worden gegeven. Van toestemming is sprake als er een wilsuiting is die vrijelijk gegeven is door iemand die bevoegd is over het grondrecht te beschikken en waarbij de verlener van de toestemming zich bewust is van het vrijwillige karakter van die medewerking en de afstand van rechtsbescherming die daarmee worden gedaan (vlg Corstens, 7de druk, p. 360).
Qua bewustheid is vereist dat de verdachte goed moet weten waarvoor hij toestemming verleend (waar wordt gezocht, hoe grondig, waarnaar de politie op zoek is, wat het doel is van de zoeking).
Vrijwillig houdt in dat de toestemming niet mag worden gevraagd onder dreiging met aanhouding, inverzekeringstelling, of met het argument dat het anders toch gaat gebeuren (zie bijv. Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 20 mei 2009, LJN: BJ6124 tav een doorzoeking).
Verplichting tot legitimeren + mededelen doel binnentreden
Voorafgaand aan het binnentreden dient de opsporingsambtenaar zich te legitimeren (art. 1 lid 1 Awbi). Indien meerdere opsporingsambtenaren de woning betreden, hoeft alleen de leider zich te legitimeren. Legimitatie dient te geschieden middels een legitimatiebewijs met een foto van de houder en met vermelding van diens naam en hoedanigheid (art. 1 lid 3 Awbi).
Er gelden echter enkele uitzonderingen voor de gevallen waarbij het de redelijke verwachting is het zich eerst legitimeren ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van personen of goederen, feitelijk onmogelijk is dan wel naar redelijke verwachting de strafvordering schaadt ten aanzien van misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten (art. 1 lid 2 Awbi).
Op grond van lid 4 dient de verbalisant ook het doel van het binnen te treden te melden.
Alleen onder die voorwaarden kan er rechtsgeldig toestemming worden verleend tot het binnentreden. Wordt hier niet aan voldaan, dan leidt het tot een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv.
> Meer informatie legitimatieplicht en meedelen doel binnentreden
Adequate informatie
Burgers moeten door de politie het het oog op de behartiging van hun belangen actief en desgevraagd van adequate informatie worden voorzien. Dit brengt met zich mee dat politieagenten geen enkel misverstand mogen laten bestaan over de hoedanigheid waarin zij optreden, over de aard van hun onderzoek, alsmede de status van de betrokkene (verdachte of getuige) tijdens dat onderzoek (uitspraak Nationale Ombudsma, 2007, 272).
Zie ook Rb Amsterdam, 21 mei 2012, LJN: BW6148, Amsterdamse zedenzaak)