Alternatief bij inbeslagname hond na bijtincident: Martin Gaus Academie
Inbeslagname hond na bijtincident. Uit de risico-inschatting blijkt dat er sprake is van agressief gedrag. De hond is op verzoek van de nieuwe eigenaar (belanghebbende 2) naar de Martin Gaus Academie gegaan voor een heropvoedingscursus en een nieuwe agressietest. Uit deze test blijkt dat de hond op geen enkel onderdeel agressie vertoont. Om die reden beslist de rechtbank dat de in beslag genomen hond onder voorwaarden wordt teruggegeven aan de nieuwe eigenaar (Rb Maastricht, 21 december 2011, ECLI:NL:RBMAA:2011:BU9197).
Op 1 augustus 2011 is in de woning van [belanghebbende 1] de hond [naam hond] in beslag genomen. [naamhond] zou uit de woning zijn ontsnapt toen een ambulancebroeder, die ter plaatse kwam omdat een van de bewoners van de trap was gevallen, de voordeur had geopend. Vervolgens heeft [naam hond] twee hondjes gebeten waaronder een Maltezer. De eigenaresse van de Maltezer zou door [naam hond] zijn gebeten toen zij dehonden uit elkaar haalde. Zij heeft daarbij aanzienlijk letsel opgelopen waardoor operatie noodzakelijk was. Na een nacht observatie heeft zij het ziekenhuis mogen verlaten. De verbalisant die ter plaatse is gegaan, heeft gezien dat zij aan benen, armen en in het gezicht verwondingen had. De eigenaresse verklaarde dat zij ook in de rug was gebeten.
Bij de stukken bevindt zich een “risico-inschatting” waarbij in de samenvatting onder meer te lezen is dat de opslaghouder agressief gedrag heeft gemeld van de hond naar andere honden, dat de hond elke dag probeert vingers/handen vast te pakken en dat de opslaghouder de hond niet naar andere honden en ook niet naar personen vertrouwt en de hond derhalve niet plaatsbaar acht. Uit de test is naar voren gekomen dat de hond aanvallend is naar andere honden, waarbij dreiggedrag ontbreekt en dat de hond sterke achtervolgingsneigingen naar personen heeft waarbij ook wordt gehapt. Herplaatsing is niet aan te bevelen zonder nadere maatregelen zoals castratie, een aanlijn en muilkorfgebod, en zodanig goed sluitwerk aan de deuren en een eventueel aanwezige schutting/erfafscheiding dat ontsnappen van de hond onmogelijk wordt.
[naam belanghebbende 2] heeft ter zitting medegedeeld dat hij de nieuwe eigenaar van [naam hond] is en heeft verzocht het beslag niet onmiddellijk ongegrond te verklaren maar hem eerst in de gelegenheid te stellen om [naam hond] een heropvoedingscursus te laten volgen en om hem vervolgens nogmaals te laten testen. [naam belanghebbende 2] zal tevens gevolg geven aan alle overige voorwaarden zoals zorg dragen voor castratie van [naam hond] en het voldoen aan het muilkorfgebod en aanlijngebod. [naam belanghebbende 1] heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij de kosten van de heropvoedingscursus zal betalen.
Bij beschikking van 11 november 2011 heeft de rechtbank de officier van justitie gelast zorg te dragen om te onderzoeken welke mogelijkheden er bestaan om de hond zo spoedig mogelijk naar Martin Gaus Hondencentrum te laten gaan. Dit is voorafgaand aan de zitting van 25 november 2011 geëffectueerd.
Op 7 december 2011 is bij het Openbaar Ministerie een rapport binnengekomen van Martin Gaus hondencentrum. Na een kortdurende opvang is [naam hond] door dit hondencentrum opnieuw op agressie getest. De uitkomst van deze test is dat [naam hond] op geen enkel testonderdeel met agressie in welke vorm dan ook reageert. [naamhond] was tevoren gecastreerd door middel van een chip. De door Gaus afgenomen test bevat dezelfde onderdelen als de eerder uitgevoerde risico-inschatting.
In een begeleidend schrijven verklaart Gaus het verschil in uitkomst tussen de beide testen. Het gedrag dat [naamhond] bij de eerste test heeft getoond is volgens de hondengedragsdeskundige Helly Gaus typerend voor hondendie leven onder grote stress. Deze stress wordt veroorzaakt door de wijze waarop de honden zijn opgeslagen: veel lawaai en drukte van andere honden, gehuisvest zijn in een kleine omgeving en weinig tot geen uitlaatmogelijkheden. Bij het Martin Gaus Hondencentrum wordt de hond op een andere wijze opgevangen waardoor hij weer stabiel en rustig wordt voor dat hij getest wordt. Van de 12 honden die naar hun eigenaren toer zijn gegaan zijn acht honden getest door dr. Schilder, de deskundige die de “risico-inschatting” heeft verricht, waarbij hij opnieuw een advies heeft uitgebracht dat in tegenspraak was met zijn eerder gegeven advies aan justitie.
Omtrent de persoon van de nieuwe eigenaar van [naam hond] heeft Gaus het volgende gerapporteerd. De heer [naam belanghebbende 2] had zeer veel overwicht op [naam hond] en straalde het zelfvertrouwen uit dat [naamhond] nodig had om werkelijk rustig te worden. Bovendien stond [naam belanghebbende 2] open voor aanwijzingen en veranderingen die het gedrag van [naam hond] kunnen verbeteren.
Gaus adviseert teruggave van [naam hond] onder voorwaarden (dragen van een snoetenband met daarover heen de hoofdband, aanlijngebod en in huis voorzieningen treffen (kinderhekjes bij de toegang naar de voordeur) zodat [naam hond] nooit meer uit huis kan ontsnappen. Een bijkomende optie zou zijn, blijkens het rapport uitgebracht door dr. Schilder, dat in huis een sluissituatie wordt gecreëerd, zodat de hond twee deuren moet passeren alvorens hij naar buiten kan, waarbij op elk van die twee deuren een dranger wordt geplaatst, zodat de deuren niet tegelijkertijd open kunnen.
Op grond van de uitkomst van de door Gaus uitgevoerde testen in samenhang met zijn beschrijving van de persoon van de nieuwe eigenaar zal de rechtbank de teruggave van de hond aan [naam belanghebbende 2] bevelen, zij het onder voorwaarden. Naast de door Gaus aangegeven voorwaarden acht de rechtbank het ook van belang dat de volgende voorwaarden worden nageleefd:
– tijdige vervanging van de chip die voor castratie van [naam hond] zorgt;
– met [naam hond] zo min mogelijk in de omgeving komen van de [adressen]; (om geen provocaties uit de buurt uit te lokken en om confrontatie van de eigenaren van de hondjes die door [naam hond] zijn gebeten met [naamhond] te voorkomen);
– tijdens vakantie of andere afwezigheid [naam hond] in een hondenpension plaatsen.
Ter terechtzitting heeft [naam belanghebbende 2] beloofd zich zowel aan de door Gaus geformuleerde voorwaarden als aan de door de rechtbank gestelde aanvullende voorwaarden te zullen houden. Onder deze omstandigheden acht de rechtbank het hoogst onwaarschijnlijk dat een rechter die in een mogelijk nog aanhangig te maken hoofdzaak zal oordelen tot verbeurdverklaring danwel onttrekking aan het verkeer van [naam hond] zal beslissen.
Het klaagschrift zal derhalve gegrond worden verklaard voorzover dat is ingediend door [naam belanghebbende 2]. Aangezien [naam belanghebbende 1] inmiddels geen eigenaresse meer van de hond is, zal het klaagschrift voor zover dat door haar is ingediend ongegrond worden verklaard.
In het kader van deze procedure beschikt de rechtbank niet over de mogelijkheid om nakoming van een aanlijngebod en een gebod om de hond een snoetenband met daarover een hoofdband te laten dragen af te dwingen. Uit de samenvatting van de “risico-inschatting” blijkt dat de gemeente Kerkrade voornemens is om de nieuwe eigenaar een aanlijn- en muilkorf gebod op te leggen. De rechtbank zal de onderhavige beschikking ter kennisgeving aan de gemeente toesturen.
< Terug naar Beslag hond strafrecht