Beslag auto strafrecht Archives - Strafrechtelijk-beslag.nl https://strafrechtelijk-beslag.nl/beslag-auto-strafrecht/ Alles over strafrechtelijk beslag Mon, 13 Nov 2023 16:09:06 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.6 Auto met verborgen ruimte mag terug na herstel door eigenaar https://strafrechtelijk-beslag.nl/auto-met-verborgen-ruimte-mag-terug-na-herstel-door-eigenaar/ https://strafrechtelijk-beslag.nl/auto-met-verborgen-ruimte-mag-terug-na-herstel-door-eigenaar/#respond Mon, 13 Nov 2023 16:09:06 +0000 https://strafrechtelijk-beslag.nl/?p=1707 Een auto is in beslag genomen omdat er een verborgen ruimte in is aangetroffen. De klager, die geen verdachte is, verzoekt om teruggave en biedt in dat verband aan de auto in oorspronkelijke staat te herstellen. De rechtbank stelt voorop dat een auto met een verborgen ruimte in beginsel in aanmerking komt voor onttrekking aan […]

The post Auto met verborgen ruimte mag terug na herstel door eigenaar appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
Een auto is in beslag genomen omdat er een verborgen ruimte in is aangetroffen. De klager, die geen verdachte is, verzoekt om teruggave en biedt in dat verband aan de auto in oorspronkelijke staat te herstellen. De rechtbank stelt voorop dat een auto met een verborgen ruimte in beginsel in aanmerking komt voor onttrekking aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Dergelijke ruimtes worden namelijk gebruikt voor criminele activiteiten. Een en ander betekent dat de auto in de huidige staat niet terug kan worden gegeven aan de klager. Omdat het aantreffen van de ruimte echter niet kan worden gekoppeld aan enig strafbaar handelen, moet de klager de gelegenheid krijgen om de auto op eigen kosten te laten herstellen. Ten aanzien van de procedure in verband met dat herstel wordt het volgende overwogen. Vanuit de huidige opslaglocatie van de auto zal een offerte van de herstelkosten (doen) worden opgemaakt op basis waarvan de klager zal bepalen of hij de auto wel of niet in originele staat laat herstellen. Als hij ervoor kiest om de herstelwerkzaamheden uit te laten voeren dan wordt hij als opdrachtgever daartoe aangemerkt en zal hij na betaling van de gefactureerde herstelkosten de auto terugkrijgen. Voor zover de klager geen herstel laat plaatsvinden, zal de auto worden onttrokken aan het verkeer. (Rb Rotterdam, 28 juni 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:6614).Uitspraak rechtbank:

Vaststaat dat in de laadbak van de auto een verborgen ruimte is aangetroffen en dat deze ruimte leeg was. Niet is gebleken dat de klager wist van het bestaan van die ruimte of daarvan gebruik heeft gemaakt.

De rechtbank stelt voorop dat een auto met een verborgen ruimte in beginsel in aanmerking komt voor onttrekking aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Dergelijke ruimtes worden namelijk gebruikt voor criminele activiteiten. Een en ander betekent dat de auto in de huidige staat niet terug kan worden gegeven aan de klager. Omdat het aantreffen van de ruimte echter niet kan worden gekoppeld aan enig strafbaar handelen, moet de klager de gelegenheid krijgen om de auto op eigen kosten te laten herstellen.

Ten aanzien van de procedure in verband met dat herstel wordt het volgende overwogen. Vanuit de huidige opslaglocatie van de auto zal een offerte van de herstelkosten (doen) worden opgemaakt op basis waarvan de klager zal bepalen of hij de auto wel of niet in originele staat laat herstellen. Als hij ervoor kiest om de herstelwerkzaamheden uit te laten voeren dan wordt hij als opdrachtgever daartoe aangemerkt en zal hij na betaling van de gefactureerde herstelkosten de auto terugkrijgen. Voor zover de klager geen herstel laat plaatsvinden, zal de auto worden onttrokken aan het verkeer.

De rechtbank realiseert zich dat de praktische uitvoering van het voorgaande nog wel de nodige invulling vereist van de kant van het openbaar ministerie en de klager. Op zitting heeft zijn raadsman toegezegd hierover in contact te zullen treden met de zittingsofficier van justitie. Wel wordt ervan uitgegaan dat de uitvoering van een en ander uiterlijk 1 september 2021 moet kunnen zijn gerealiseerd.

Het klaagschrift zal voorwaardelijk gegrond worden verklaard, in die zin dat de teruggave van de auto zal worden bevolen, onder de voorwaarden dat de klager de auto in originele staat laat herstellen en de daaraan verbonden kosten heeft betaald. Voor het geval niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, zal het klaagschrift ongegrond worden verklaard.

Vordering tot onttrekking aan het verkeer

Gelet op wat hiervoor is overwogen, zal deze vordering voorwaardelijk worden afgewezen, namelijk onder de voorwaarde dat de auto is hersteld en dat dat is betaald door de klager.

Voor het geval de klager de auto niet laat herstellen, zal de vordering worden toegewezen.

The post Auto met verborgen ruimte mag terug na herstel door eigenaar appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
https://strafrechtelijk-beslag.nl/auto-met-verborgen-ruimte-mag-terug-na-herstel-door-eigenaar/feed/ 0
Lessee auto is belanghebbende https://strafrechtelijk-beslag.nl/lessee-auto-is-belanghebbende/ https://strafrechtelijk-beslag.nl/lessee-auto-is-belanghebbende/#respond Mon, 16 Apr 2018 09:38:30 +0000 https://strafrechtelijk-beslag.nl/?p=1664 Als de lessee tegen wie het strafrechtelijk onderzoek zich niet richt enkel omdat hij juridisch geen eigenaar van de auto is, niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, zou het openbaar ministerie op elke in Nederland rondrijdende leaseauto naar believen conservatoir beslag kunnen leggen zonder bevreesd te hoeven zijn voor de beklagrechter. Dit terwijl de lessee […]

The post Lessee auto is belanghebbende appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
Als de lessee tegen wie het strafrechtelijk onderzoek zich niet richt enkel omdat hij juridisch geen eigenaar van de auto is, niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, zou het openbaar ministerie op elke in Nederland rondrijdende leaseauto naar believen conservatoir beslag kunnen leggen zonder bevreesd te hoeven zijn voor de beklagrechter. Dit terwijl de lessee door de inbeslagneming in een uiterst lastig parket geraakt. Als hij vanwege het gelegde beslag niet langer aan zijn betalingsverplichtingen zou voldoen, verliest hij zijn aanspraak op de auto. Als hij wel blijft doorbetalen, zal de leasemaatschappij weinig reden hebben om over de inbeslagneming te klagen. Daar komt nog bij dat het gelegde beslag reden kan vormen om de overeenkomst te ontbinden, zoals vaak is opgenomen in de mantelovereenkomst (zie bijv. ECLI:NL:HR:2013:CA3305).
De lessee heeft kortom een groot belang bij beëindiging van de inbeslagneming. Waarom dat belang geen bescherming zou vinden in de beklagprocedure van art. 552a Sv – zodat de lessee veroordeeld is tot een gang naar de civiele rechter – valt moeilijk in te zien.

De lessee heeft niet alleen een belang, maar ook een recht. Doorgaans zal hij als de economische eigenaar kunnen worden aangemerkt.
In veel gevallen volgt uit de onderliggende mantelovereenkomst dat van economische eigendom sprake is. Dit economische eigendom kan worden gedefinieerd als het krachtens een (obligatoire) rechtsverhouding gerechtigd zijn tot in beginsel alle rechten ten aanzien van een goed en gehouden zijn om alle verplichtingen ten aanzien van dat goed te dragen en daarmee het volledige risico van waardeverandering casu quo tenietgaan van het goed voor zijn rekening te nemen, zonder dat het goed in juridische zin geleverd is. Aangenomen moet daarbij worden dat de lessee als verkrijger onder eigendomsvoorbehoud ten aanzien van de desbetreffende auto “een goederenrechtelijke positie toekomt, die zich leent voor overdracht aan een ander”. Die “absolute aanspraak” op de auto kan de lessee geldend maken tijdens onder meer het faillissement van de leasemaatschappij en in beginsel ook tegenover derden aan wie de leasemaatschappij de auto verkoopt en levert. (Zie Asser, Vermogensrecht algemeen, Deel 3-VI: Zekerheidsrechten, 14e druk bewerkt door A.I.M. van Mierlo en A.A. Velten, Deventer 2010, p. 548.).
Dit betekent dat de absolute aanspraak van de lessee niet verloren gaat als conservatoir beslag op de auto wordt gelegd (gesteld dat de lessee aan zijn betalingsverplichtingen blijft voldoen) en dat bij een eventuele executoriale verkoop met die aanspraak rekening moet worden gehouden.

Een en ander maakt dat conservatoir beslag op een auto die eigendom is van een leasemaatschappij niet de meest aangewezen weg lijkt om het verhaal van geldboetes en ontnemingsmaatregelen te verzekeren. Dit in de eerste plaats omdat de auto alleen als verhaalsobject kan dienen als zich ten aanzien van die leasemaatschappij de situatie van art. 94a, derde of vierde lid, Sv voordoet. Mocht dit laatste het geval zijn, dan geldt in de tweede plaats dat de lessee zijn aanspraak op de auto behoudt. Dat drukt de opbrengst van de auto bij een eventuele executoriale verkoop. Mede gelet daarop is in de derde plaats de vraag of de lessee door het conservatoire beslag niet onevenredig in zijn belang wordt getroffen. Iets anders is dat conservatoir beslag niet alleen op zaken, maar ook op vermogensrechten kan worden gelegd (art. 94a lid 5 Sv). Dat brengt denk ik mee dat op de goederenrechtelijke aanspraak die de lessee op de auto heeft, conservatoir beslag gelegd zou kunnen worden. Als dat gebeurt in een strafzaak die zich tegen een ander dan de lessee richt, zal dat alleen kunnen als de lessee de in art. 94a lid 3 en 4 Sv bedoelde boter op zijn hoofd heeft.

zie:

  • HR 18 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3305:
    ” In aanmerking genomen dat de Rechtbank blijkens haar beschikking heeft vastgesteld dat de klaagster de auto waarbij het kentekenbewijs behoort, in huurkoop heeft gekocht van autobedrijf [A] B.V. en die koopovereenkomst heeft gefinancierd door middel van een leaseovereenkomst met [B] B.V., is het oordeel van de Rechtbank dat de klaagster niet als belanghebbende van het inbeslaggenomen, bij die auto behorende, kentekenbewijs kan worden aangemerkt, zonder nadere motivering niet begrijpelijk”

The post Lessee auto is belanghebbende appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
https://strafrechtelijk-beslag.nl/lessee-auto-is-belanghebbende/feed/ 0
Derdenbescherming bij gestolen auto https://strafrechtelijk-beslag.nl/derdenbescherming-gestolen-auto/ https://strafrechtelijk-beslag.nl/derdenbescherming-gestolen-auto/#respond Wed, 11 Oct 2017 11:38:34 +0000 https://strafrechtelijk-beslag.nl/?p=1641 Als u een auto hebt gekocht via een bedrijf en die later gestolen blijkt te zijn, kunt u via een klaagschrift ex artikel 552a Sv. teruggave van de auto vorderen, ook al blijkt die van diefstal afkomstig te zijn. Als u de auto hebt gekocht bij een bedrijf, hebt u vaak derdenbescherming ex artikel 3:86 […]

The post Derdenbescherming bij gestolen auto appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
Als u een auto hebt gekocht via een bedrijf en die later gestolen blijkt te zijn, kunt u via een klaagschrift ex artikel 552a Sv. teruggave van de auto vorderen, ook al blijkt die van diefstal afkomstig te zijn. Als u de auto hebt gekocht bij een bedrijf, hebt u vaak derdenbescherming ex artikel 3:86 BW. Dit wordt bevestigd in o.a. een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, van 6 april 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2703.

Feiten: gestolen auto gekocht bij garage

De klager is gehoord als verdachte van heling van de auto. Hij verklaarde dat hij op internet heeft gezocht naar een auto van het merk Mercedes E klasse, dat hij er een vond en dat hij zo uitkwam bij [naam bedrijf 1] in Arnhem. Met een vriend heeft hij daar de kilometerstand van de auto gecheckt en de auto nagekeken op schades e.d. Bij die controle zagen zij dat er in plaats van de gebruikelijke blokletters sierletters in het chassisnummer stonden en dat vonden zij gek. De verkoper toonde hen daarop twee andere nieuwe Mercedessen waar ook sierletters waren gebruikt in het chassisnummer en de klager nam toen aan dat het dan wel zou kloppen. Er werd een factuur uitgereikt op naam van [naam bedrijf 2] . De verkoper vertelde desgevraagd dat hij ruimte in de showroom van [naam bedrijf 1] huurde.

In zijn aangifte van oplichting verklaarde klager dat hij een goed gevoel had bij de garage waar hij de auto kocht, vooral omdat er veel mooie dure auto’s in de showroom stonden. Bij aankoop bleek controle van de kilometerstand niet mogelijk, omdat de garagist de aankoopfactuur niet voorhanden had, maar de verkoper heeft de klager verzekerd dat controle bij iedere Mercedes dealer mogelijk was door het aantal kilometers via de afstandsbediening van de sleutel af te lezen. Bij de aankoop van de auto zijn het chassisnummer, het onderhoudsboekje en de Duitse autopapieren gecontroleerd. De klager ontving bij aankoop van de auto een Duits voertuigbewijs en het zogenoemde kleine kentekenbewijs. De aankoopfactuur kwam uit een printer die in het kantoor van [naam bedrijf 1] stond.

De klager heeft bij de verkoper van de auto tevergeefs zijn geld teruggevraagd. De politie heeft de verkoper telefonisch gehoord en tijdens dat verhoor wist die verkoper niet meer te melden dat hij de auto van ene [naam 3] in Apeldoorn had gekocht.

Rechtbank: derdenbescherming ex artikel 3:86 BW

De rechtbank verklaart uiteindelijk het klaagschrift dat is ingediend voor de teruggave van de auto terug. De rechtbank overweegt:

“Uit de stukken en hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat de gronden voor het voortzetten van het strafvorderlijk beslag niet langer aanwezig zijn zodat het strafvorderlijk beslag dat rust op de betreffende auto kan worden opgeheven.

Vervolgens rijst de vraag aan wie de auto dient te worden teruggeven. Hoofdregel is dat een voorwerp moet worden teruggegeven aan degene onder wie het in beslag is genomen. Als een ander redelijkerwijs als rechthebbende moet worden beschouwd, zal de teruggave aan die rechthebbende worden gelast.

Voorop staat dat een eigenaar zijn eigendomsrecht niet verliest als zijn eigendom wordt gestolen; hij blijft eigenaar en als hij zijn goed terug vindt is hij gerechtigd om het op te eisen van de persoon die het onder zich heeft. In dit geval is de verzekeraar eigenaar van de auto geworden en oefent de verzekeraar de rechten van de eigenaar uit.

Onder omstandigheden verdient de koper van een gestolen auto evenwel bescherming en kan de eigenaar het goed niet bij hem opeisen. Daartoe is in de eerste plaats vereist dat de koper bij aankoop van de auto te goeder trouw is geweest, dat wil zeggen dat hij meende en mocht menen de auto van een beschikkingsbevoegde te verkrijgen. In beginsel mag men ervan uitgaan dat de verkoper die een auto onder zich heeft bevoegd is over die auto te beschikken. De koper van een tweedehands auto behoort evenwel nader onderzoek te doen naar de beschikkingsbevoegdheid van de verkoper wat minst genomen meebrengt dat de autopapieren (waaronder het overschrijvingsbewijs) worden onderzocht. Hierbij tekent de rechtbank aan dat Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (laatstelijk gewijzigd door de Richtlijn 2014/46/EU) de lidstaten niet verplicht tot het gebruik van een overschrijvingsbewijs, zodat laatstgenoemde voorwaarde niet onverkort op alle auto’s met een buitenlands kenteken kan worden toegepast.

Daarnaast geldt dat de eigenaar een gestolen auto niet bij de klager kan opeisen als de auto is verkregen door een te goeder trouw handelende particulier van een regulier bedrijf met een duurzame op een vaste plaats gevestigde bedrijfsruimte, omdat men daar in beginsel geen gestolen zaken behoeft te verwachten en de verkoper steeds gemakkelijk is terug te vinden. Aankoop van gestolen goed via internet kan vallen onder het beschermingsbereik dat de wet aan de consument-verkrijger biedt, zolang de koper maar te goeder trouw is op het moment waarop hem de feitelijke macht over de gekochte zaak wordt verschaft.

In dit geval heeft de klager onderzoek gedaan naar het chassisnummer van de auto en naar de autopapieren. Waar zijn onderzoeksbevindingen vragen opriepen, heeft de verkoper met zijn antwoorden de twijfel bij de koper weggenomen. De auto stond in een showroom met andere auto’s en ook dat wekte bij de verkoper vertrouwen dat hij zaken deed met een bonafide handelaar. Achteraf blijkt de klager slachtoffer te zijn van oplichting door de verkoper, die de klager met een web van leugens om de tuin heeft geleid. De verkoper / oplichter kon later eenvoudig worden teruggevonden en heeft aan de politie niet een verifieerbare verklaring afgelegd over de herkomst van de auto.

Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de klager voldoende onderzoek heeft gedaan naar de beschikkingsbevoegdheid van degene die de auto aan hem heeft verkocht. Het voert te ver om de klager, die het slachtoffer is geworden van een bij de politie met naam en toenaam bekende oplichter, in dit geval een gebrek aan goede trouw bij aankoop van de auto te verwijten. Dat aan de koper niet het overschrijvingsbewijs van de auto is meegegeven, kan hem in dit bijzondere geval waarin sprake is een auto met een buitenlands kenteken niet worden tegengeworpen. Ten tijde van de aankoop van de auto was de klager te goeder trouw en heeft hij de auto als particulier bij een regulier bedrijf gekocht. Nu gelet op het voorgaande met vrucht een beroep kan doen op artikel 3:86 BW dient de klager als redelijkerwijs rechthebbende van de auto te worden aangemerkt. De rechtbank zal derhalve het beklag gegrond verklaren en gelasten dat de auto aan de klager zal worden teruggegeven.”

 

The post Derdenbescherming bij gestolen auto appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
https://strafrechtelijk-beslag.nl/derdenbescherming-gestolen-auto/feed/ 0
Officier heeft auto aan verkeerde ‘rechthebbende’ teruggegeven https://strafrechtelijk-beslag.nl/officier-heeft-auto-aan-verkeerde-rechthebbende-teruggegeven/ https://strafrechtelijk-beslag.nl/officier-heeft-auto-aan-verkeerde-rechthebbende-teruggegeven/#respond Sat, 09 Apr 2016 17:04:19 +0000 https://strafrechtelijk-beslag.nl/?p=1372 Op grond van artikel 116 lid 3 Sv. heeft de officier een in beslag genomen auto teruggegeven aan bedrijf 1, terwijl – naar achteraf blijkt – dat bedrijf geen eigenaar is. De officier stelde zich op het standpunt dat er geen beslag meer ligt op de auto en dat de klagers daardoor niet-ontvankelijk zouden zijn, […]

The post Officier heeft auto aan verkeerde ‘rechthebbende’ teruggegeven appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
Op grond van artikel 116 lid 3 Sv. heeft de officier een in beslag genomen auto teruggegeven aan bedrijf 1, terwijl – naar achteraf blijkt – dat bedrijf geen eigenaar is. De officier stelde zich op het standpunt dat er geen beslag meer ligt op de auto en dat de klagers daardoor niet-ontvankelijk zouden zijn, maar de rechtbank verklaart het klaagschrift toch gegrond en gelast de teruggave van de auto aan klagers (Rb Overijssel, 4 maart 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:1111).

Feiten en omstandigheden

De inbeslagneming van de auto is geschied op 29 juni 2013 onder [naam 1]. Op 29 augustus 2013 is door de officier van justitie de inbeslaggenomen personenauto ingevolge artikel 116 Sv teruggegeven aan een ander dan beslagene [naam 1], te weten aan [bedrijf 1] te [plaats], kennelijk omdat deze volgens de officier van justitie redelijkerwijs als rechthebbende kon worden aangemerkt. [naam 1] had de auto eerder op 29 juni 2013 aan de politie overgedragen nadat die auto op 28 juni 2013 – na weggenomen te zijn van het bedrijfsterrein van garagebedrijf [bedrijf 1] – door die [naam 1] ergens was ‘veilig gesteld’.

Op 3 maart 2014 is door de politierechter in de rechtbank Overijssel locatie Almelo in de strafzaak jegens klager [klager 2] ten aanzien van de inbeslaggenomen personenauto beslist dat deze op grond van artikel 353 lid 2 sub c Sv bewaard dient te blijven ten behoeve van de rechthebbende.

De overwegingen van de raadkamer

De raadkamer heeft ter zitting overwogen dat ingevolge artikel 116 Sv het inbeslaggenomen voorwerp wordt teruggegeven aan degene bij wie het voorwerp in beslag genomen is indien het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag niet langer eist. De beslagene in deze zaak is een andere persoon dan klagers, namelijk [naam 1]. Van een formele afstandsverklaring als bedoeld in art. 116 lid 2 Sv door [naam 1] is niet gebleken. Aan de beslagene komt in dat geval ingevolge artikel 116 lid 3 Sv het recht toe om tegen het voornemen van de officier van justitie tot teruggave van het in beslag genomen voorwerp aan een ander dan beslagene, binnen veertien dagen nadat hij door het Openbaar Ministerie van dat voornemen op de hoogte is gesteld, een klaagschrift in te dienen bij de rechtbank.

Niet is gebleken dat [naam 1] als degene bij wie de auto in beslag is genomen, door het Openbaar Ministerie op de hoogte is gebracht van het voornemen om de auto af te geven aan [bedrijf 1] in [plaats]. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie ook uitdrukkelijk erkend dat verzuimd is toepassing te geven aan art. 116 lid 3 SV.

Uit het arrest van de Hoge Raad van 24 mei 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP9397) volgt dat ingeval van verzuim om toepassing te geven aan artikel 116 lid 3 Sv het ervoor moet worden gehouden dat het beklag van beslagene het rechtskarakter heeft van een beklag omtrent het voornemen van de officier van justitie om in afwijking van de hoofdregel van art. 116 Sv het inbeslaggenomen voorwerp aan een ander dan de beslagene te doen teruggeven, alsof deze teruggave nog niet had plaatsgevonden (vgl. HR 30 januari 1996, NJ 1996/526).

De raadkamer heeft zich ter zitting voor de vraag gesteld gezien of en in hoeverre dit ook geldt jegens klagers (niet zijnde de beslagenen) die zich op het standpunt stellen dat de auto hun eigendom is. Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 6 juli 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AO9785) is de raadkamer van oordeel dat een beroep op een gesteld verzuim als waarvan in de onderhavige zaak sprake is alleen toekomt aan degene bij wie het voorwerp in beslag genomen is, niet als juist kan worden aanvaard, in aanmerking genomen dat niet valt in te zien dat het gestelde verzuim jegens de beslagene (lees: [naam 1]) in dit geval niet ook klagers treft in het belang dat de beweerdelijk geschonden norm (art. 116 lid 3 Sv) beoogt te beschermen. De raadkamer concludeert dat klagers in de onderhavige zaak zijn getroffen in een belang dat de overtreden norm beoogt te beschermen. Het beklag van klagers moet naar het oordeel van de raadkamer dan ook worden beschouwd als een beklag omtrent het voornemen van de officier van justitie om in afwijking van de hoofdregel van art. 116 Sv het inbeslaggenomen voorwerp aan een ander dan de beslagene te doen teruggeven, alsof deze teruggave nog niet had plaatsgevonden.

De raadkamer oordeelt het klaagschrift van klagers derhalve ontvankelijk.

4De beoordeling

Het standpunt van de raadsvrouw en klager

De raadsvrouw heeft in het klaagschrift en ter zitting betoogd dat het klaagschrift gegrond moet worden verklaard. Hiertoe heeft zij, samengevat en zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd.

Klagers zijn rechthebbende nu klagers eigenaar zijn van de personenauto. Klagers hebben de personenauto Volvo Xc90 met het kenteken [kenteken] in 2011 gekocht van de firma [bedrijf 2] te [plaats], waarna de personenauto door klagers is uitgeleend aan [naam 4]. De personenauto is vervolgens buiten medeweten van klagers op naam gezet van autobedrijf [bedrijf 1], het bedrijf van de zwager van [naam 4]. Vervolgens hebben klagers zowel aan [naam 4] als [bedrijf 1] meermalen vergeefs verzocht om teruggave van de personenauto. Voornoemde standpunten van de raadsvrouw en klagers zijn onderbouwd met bij het klaagschrift gevoegde rekeningafschriften, brieven van [klager 2] aan [naam 4], aan [naam 3], aan [naam 2] en een uitdraai van de RDW gegevens betreffende de personenauto.

De raadsvrouw heeft voorts gesteld dat, nu de officier van justitie ter zitting van 3 maart 2014 in de strafzaak tegen klager [klager 2] heeft medegedeeld dat de personenauto op 29 augustus 2013 ter beschikking was gesteld aan [bedrijf 1], door de politierechter op 3 maart 2014 is beslist tot bewaring ten behoeve van de rechthebbendeingevolge artikel 353 lid 2 sub c Sv. Uit de mededeling van de officier van justitie heeft de politierechter kennelijk afgeleid dat er nog steeds sprake was van beslag. Na deze uitspraak van de politierechter is namens klagers meermalen vergeefs verzocht aan de officier van justitie om de auto aan klagers als redelijkerwijs rechthebbendeterug te geven.

De raadsvrouw heeft betwist dat [bedrijf 1] terecht als rechthebbende kon worden aangewezen, nu Rietmeijer volgens de verdediging niet te goeder trouw was. De raadsvrouw heeft de raadkamer verzocht klagers alsrechthebbende aan te merken en de inbeslaggenomen personenauto aan klagers te retourneren.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard. Samengevat en zakelijk weergegeven heeft de officier van justitie hiertoe het volgende gesteld.

In dit kader kent de wet één mogelijkheid naast teruggave aan de beslagene, zijnde teruggave aan de persoon die op grond van artikel 116 Sv redelijkerwijs als rechthebbende is aan te merken, hetwelk een marginale toets betreft. Nu zowel de auto als de papieren en eigendomsbewijzen van de personenauto bij [bedrijf 1] aanwezig waren, heeft de officier van justitie op 29 augustus 2013 [bedrijf 1] redelijkerwijs als rechthebbende kunnen aanmerken en deauto doen afgeven aan [bedrijf 1]. De officier van justitie heeft gesteld dat de politierechter de beslissing op 3 maart 2014 tot bewaring van de auto ten behoeve van de rechthebbende niet had kunnen nemen, nu de personenauto op grond van artikel 116 Sv reeds op 29 augustus 2013, en dus ruimschoots vóór de zitting van 3 maart 2014, was afgegeven aan de redelijkerwijs rechthebbende, waarmee het beslag was afgedaan en ingevolge art. 353 lid 1 Sv er ook geen beslissing meer hoefde te worden genomen. De officier van justitie heeft gesteld dat nu de personenauto zich al sinds 29 augustus 2013 bij [bedrijf 1] bevindt en feitelijk niet meer in de macht is van justitie, de personenauto niet meer door de officier van justitie kan worden afgegeven.

De overwegingen van de raadkamer

Op grond van de stukken en de behandeling op de zitting stelt de raadkamer het volgende vast. De rechtbank merkt het klaagschrift aan als een klaagschrift op de voet van art. 116 lid 3 in verbinding met artikel 552a Sv. Het klaagschrift richt zich tegen het uitblijven van een last tot teruggave van de op 29 juni 2013 in beslag genomenauto.

Feiten en omstandigheden

Klagers hebben de voornoemde personenauto, Volvo Xc90 met het kenteken [kenteken], in september 2011 gekocht van de firma [bedrijf 2] te [plaats]. De auto is betaald door klagers op 2 september 2011 en vervolgens in de bedrijfsvoorraad van autobedrijf [bedrijf 2] opgenomen op naam van Autobedrijf [bedrijf 2]. [klager 2] had deauto zelf niet nodig en heeft vervolgens de auto uitgeleend aan [naam 4]. In verband met de verzekering en de belasting is de auto toen op naam gesteld van die [naam 4]. Aan garagebedrijf [bedrijf 2] werd vóór de aflevering van de auto aan [naam 4] een vrijwaringsbewijs verstrekt. De personenauto is daarna buiten medeweten van klagers op naam gezet van autobedrijf [bedrijf 1], het bedrijf van de zwager van [naam 4]. Vervolgens hebben klagers zowel aan [naam 4] als [bedrijf 1] meermalen vergeefs verzocht om teruggave van de personenauto. Voornoemde standpunten van de raadsvrouw en klagers zijn onderbouwd met bij het klaagschrift gevoegde rekeningafschriften, brieven van [klager 2] aan [naam 4], aan [naam 3], aan [naam 2] en een uitdraai van de RDW gegevens betreffende de personenauto. Op 28 juni 2013 is de auto weggenomen vanaf het bedrijfsterrein van [bedrijf 1]. [klager 2] en [naam 1] zijn ter zake deze diefstal gedagvaard voor de zitting van de politierechter op 3 maart 2014. Op 29 juni 2013 is de auto door [naam 1] overgedragen aan de politie en door de politie in beslag genomen. [naam 1] heeft verklaard dat hij de auto na de diefstal ‘veilig gesteld’ had. Op 29 augustus 2013 is deauto in opdracht van de officier van justitie afgegeven aan [bedrijf 1]. Verzuimd is om de beslagene ([naam 1]) hiervan op de hoogte te stellen. Evenmin zijn klagers op de hoogte gesteld van deze afgifte aan [bedrijf 1]. Op 3 maart 2013 is verdachte [klager 2] door de politierechter bij onherroepelijk vonnis vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal. Met betrekking tot de auto is door de politierechter op 3 maart 2014 beslist tot bewaring ten behoeve van de rechthebbende ingevolge artikel 353 lid 2 sub c Sv. Kennelijk is de politierechter er vanuit gegaan dat er op 3 maart 2014 nog steeds sprake was van beslag. Na deze uitspraak van de politierechter is namens klagers meermalen vergeefs verzocht aan de officier van justitie om op grond van art. 116 lid 5 Sv de autoaan klagers als redelijkerwijs rechthebbende terug te geven. Vervolgens hebben klagers zich met het onderhavige klaagschrift gewend tot de rechtbank en geklaagd over het uitblijven van een last tot teruggave en verzocht om de inbeslaggenomen personenauto aan klagers te retourneren.

– Maatstaf

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake meer is van beslag omdat de auto al op 29 augustus 2013 is teruggegeven aan [bedrijf 1]. Wat er ook zij van de beslissing van de politierechter van 3 maart 2014, de auto is niet meer in de macht van justitie en daarom kan de auto volgens de officier van justitie niet meer worden afgegeven aan klagers.

De raadkamer stelt op basis van het standpunt van de officier van justitie en de feitelijke gang van zaken vast dat het belang van de strafvordering niet meer ter beoordeling voorligt. In een geval waarin het belang van strafvordering het voortduren van een op de voet van artikel 94 Sv gelegd beslag niet meer vordert en waarin een derde op de voet van art. 116 lid 3 Sv in verbinding met art. 552a Sv een klaagschrift heeft ingediend tegen het uitblijven van een last tot teruggave, dient de rechter in beginsel de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan de beslagene te gelasten, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende met betrekking tot dat voorwerp moet worden beschouwd. Bij de beantwoording van die vraag zal de strafrechter niet volledig behoren te treden in de beslechting van burgerlijke eigendoms- en bezitskwesties, maar zal hij daarbij wel civielrechtelijke aspecten mogen betrekken (Hoge Raad 28 september 2010, LJN: BL2823).

Deze toetsingsmaatstaf in aanmerking genomen is de raadkamer is van oordeel dat vast staat dat de auto in september 2011 is gekocht door klagers en ook betaald is door klagers. Daarmee was de auto eigendom van klagers ook al was de auto vanaf de aankoop opgenomen in de bedrijfsvoorraad van de verkopende partij, autobedrijf [bedrijf 2]. Klagers hebben ter onderbouwing van hun standpunt bewijsstukken overgelegd. De raadkamer is op basis van de stukken en hetgeen ter terechtzitting namens klagers naar voren is gebracht van oordeel dat klagers redelijkerwijs als rechthebbende op de auto kunnen worden aangemerkt.

Bij haar oordeel heeft de raadkamer ook betekenis toegekend aan het vonnis van de politierechter van 3 maart 2014 waarin – ondanks de beslissing van de officier van justitie tot afgifte van de auto aan [bedrijf 1] op 29 augustus 2013 – de bewaring van de auto ten behoeve van de rechthebbende is bevolen. Ook daaruit volgt dat – in weerwil van het andersluidende standpunt van de officier van justitie ter terechtzitting van 25 februari 2015 – nog steeds sprake is van beslag. Door [naam 1] als degene bij wie de auto in beslag genomen is, is geen klaagschrift ingediend. [naam 1] is wel opgeroepen voor deze zitting en hij is gewezen op de mogelijkheid om zelf een klaagschrift in te dienen. Daarvan is geen gebruik gemaakt waaruit de raadkamer afleidt dat [naam 1] kennelijk geen belang heeft bij de auto.

De conclusie

De raadkamer is op grond van het voorgaande van oordeel dat het klaagschrift gegrond moet worden verklaard en dat de inbeslaggenomen auto aan klagers teruggegeven moet worden.

The post Officier heeft auto aan verkeerde ‘rechthebbende’ teruggegeven appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
https://strafrechtelijk-beslag.nl/officier-heeft-auto-aan-verkeerde-rechthebbende-teruggegeven/feed/ 0
Conservatoir beslag bij leasecontract / huurkoopniet zinvol https://strafrechtelijk-beslag.nl/conservatoir-beslag-bij-leasecontract-huurkoop-niet-zinvol/ https://strafrechtelijk-beslag.nl/conservatoir-beslag-bij-leasecontract-huurkoop-niet-zinvol/#respond Fri, 08 Apr 2016 19:34:34 +0000 https://strafrechtelijk-beslag.nl/?p=1332 Conservatoir beslag op een auto die eigendom is van een leasemaatschappij is niet de meest aangewezen weg  om het verhaal van geldboetes en ontnemingsmaatregelen te verzekeren. Dit in de eerste plaats omdat de auto alleen als verhaalsobject kan dienen als zich ten aanzien van die leasemaatschappij de situatie van art. 94a, derde of vierde lid, […]

The post Conservatoir beslag bij leasecontract / huurkoopniet zinvol appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
Conservatoir beslag op een auto die eigendom is van een leasemaatschappij is niet de meest aangewezen weg  om het verhaal van geldboetes en ontnemingsmaatregelen te verzekeren. Dit in de eerste plaats omdat de auto alleen als verhaalsobject kan dienen als zich ten aanzien van die leasemaatschappij de situatie van art. 94a, derde of vierde lid, Sv voordoet. Mocht dit laatste het geval zijn, dan geldt in de tweede plaats dat de lessee zijn aanspraak op de auto behoudt. Dat drukt de opbrengst van de auto bij een eventuele executoriale verkoop. Mede gelet daarop is in de derde plaats de vraag of de lessee door het conservatoire beslag niet onevenredig in zijn belang wordt getroffen. Iets anders is dat conservatoir beslag niet alleen op zaken, maar ook op vermogensrechten kan worden gelegd (art. 94a lid 5 Sv). Dat brengt denk ik mee dat op de goederenrechtelijke aanspraak die de lessee op de auto heeft, conservatoir beslag gelegd zou kunnen worden. Als dat gebeurt in een strafzaak die zich tegen een ander dan de lessee richt, zal dat alleen kunnen als de lessee de in art. 94a lid 3 en 4 Sv bedoelde boter op zijn hoofd heeft.

HR 18 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3305

The post Conservatoir beslag bij leasecontract / huurkoopniet zinvol appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
https://strafrechtelijk-beslag.nl/conservatoir-beslag-bij-leasecontract-huurkoop-niet-zinvol/feed/ 0
Teruggave in beslag genomen auto bij ontbreken belang van strafvordering https://strafrechtelijk-beslag.nl/teruggave-beslag-genomen-auto-ontbreken-belang-strafvordering/ https://strafrechtelijk-beslag.nl/teruggave-beslag-genomen-auto-ontbreken-belang-strafvordering/#respond Sun, 27 Mar 2016 23:02:53 +0000 https://strafrechtelijk-beslag.nl/?p=1147 In het geheel niet duidelijk is geworden of en op grond waarvan kan worden aangenomen dat de personenauto vatbaar is voor verbeurdverklaring. Bij die stand van zaken is het hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter bij zijn einduitspraak in de strafzaak tegen de beslagene de verbeurdverklaring van het voertuig zal bevelen. Waar de officier van justitie […]

The post Teruggave in beslag genomen auto bij ontbreken belang van strafvordering appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
In het geheel niet duidelijk is geworden of en op grond waarvan kan worden aangenomen dat de personenauto vatbaar is voor verbeurdverklaring. Bij die stand van zaken is het hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter bij zijn einduitspraak in de strafzaak tegen de beslagene de verbeurdverklaring van het voertuig zal bevelen. Waar de officier van justitie niet heeft gesteld dat zich enig ander strafvorderlijk belang tegen teruggave van de personenauto verzet en de rechtbank in het verlengde van het overwogene in het arrest van de Hoge Raad van 22 mei 2007 (LJN: BA1637) van oordeel is dat de rechter hierin niet eigenstandig mag treden, dient een last tot teruggave van de personenauto te worden gegeven (Rb Rotterdam, 24 januari 2012, ECLI:NL:RBROT:2012:BV1708).

Feiten

Op 29 maart 2011 is in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar de belanghebbende onder deze in beslaggenomen op het [adres] een personenauto van het merk Mercedes, type ML 320 CDI, met het Spaanse [ kenteken]. De belanghebbende wordt verdacht van de invoer, het vervoer en handel in cocaïne, alsmede de deelneming aan een criminele organisatie die zich bezig houdt met het plegen van misdrijven en witwassen. De strafzaak tegen de belanghebbende heeft al een aanvang genomen, maar het onderzoek ter terechtzitting is op 7 november 2011 voor onbepaalde tijd geschorst.

Inhoud van de klacht

De klager beklaagt zich over het uitblijven van een last tot teruggave van de in beslag genomen personenauto. Hij stelt dat het voertuig aan hem toebehoort. Zijn dochter is getrouwd met de belanghebbende en zij nam de personenauto wel eens mee naar Nederland, omdat zij voor haar vader – de klager – goederen vervoerde ten behoeve van de uitbating van diens winkel. De auto is niet door de belanghebbende gefinancierd. Dit is door de klager zelf gedaan.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de belanghebbende de werkelijke eigenaar is van de Mercedes en dat hij dit voertuig ook in gebruik had. Tegen hem loopt een strafzaak. Het betreft een omvangrijk witwasonderzoek. Te zijner tijd zal in die strafzaak om de verbeurdverklaring van de personenauto worden gevraagd. Het klaagschrift moet ongegrond verklaard worden.

Standpunt belanghebbende

De belanghebbende heeft te kennen gegeven dat de personenauto niet van hem is, maar van zijn schoonvader, de klager. Hij moet de personenauto aan de klager teruggeven. Hij heeft nu een probleem met de klager en betaalt daarom de kosten van de personenauto voor hem.

Beoordeling van de klacht

In het proces-verbaal van inbeslagname is niet gerelateerd of de inbeslagname van de personenauto op grond van artikel 94 of op artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering heeft plaatsgevonden. Uit de vermelding in de kennisgeving van inbeslagneming dat de auto in beslag is genomen in verband met ‘artikel 420bis e.v. WvSr’ leidt de rechtbank echter af dat eerstgenoemd artikel de grondslag heeft gevormd. In het andere geval zou vermelding van de term ‘conservatoir beslag’ immers in de rede hebben gelegen.

In geval van een beklag van een derde, onder wie het beslag niet is gelegd, tegen een op de voet van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering gelegd beslag, dient de rechter vooreerst te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave, onder andere indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring zal bevelen. Wanneer het belang van strafvordering het voortduren dat beslag niet meer vordert, dient de rechter vervolgens te beoordelen of de klager, onder wie het beslag niet is gelegd en die stelt rechthebbende te zijn, inderdaad redelijkerwijs als rechthebbende op het in beslag genomene kan worden aangemerkt (HR 5 oktober 2010, LJN: BN2300 en HR 28 september 2010, LJN: BL2823).

Uit het raadkamerdossier en het verhandelde ter zitting is in het geheel niet duidelijk geworden of en op grond waarvan kan worden aangenomen dat de Mercedes vatbaar is voor verbeurdverklaring (artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht). Zo blijkt uit de beschikbare gegevens niet dat de Mercedes is gebruikt bij het plegen van enig strafbaar feit of dat de auto door enig strafbaar feit is verkregen.

Bij die stand van zaken is het hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter bij zijn einduitspraak in de strafzaak tegen de belanghebbende de verbeurdverklaring van het voertuig zal bevelen. Waar de officier van justitie niet heeft gesteld dat zich enig ander strafvorderlijk belang tegen teruggave van de Mercedes verzet en de rechtbank in het verlengde van het overwogene in het arrest van de Hoge Raad van 22 mei 2007 (LJN: BA1637) van oordeel is dat de rechter hierin niet eigenstandig mag treden, dient een last tot teruggave van de auto te worden gegeven.

De stelling van de klager dat hij eigenaar is van de personenauto is onderbouwd door overlegging van afschrift van een op naam van de klager staand Spaans kentekenbewijs. De belanghebbende heeft de stelling van de klager ter zitting bevestigd.

De officier van justitie heeft daar tegenovergesteld de schoonzoon van de klager – de belanghebbende – de werkelijke eigenaar is. In het proces-verbaal van inbeslagneming is opgenomen dat zulks zou blijken uit telefoontaps en uit het politiesysteem. Deze informatie is niet nader gespecificeerd, terwijl uit de andere processen-verbaal uit het raadkamerdossier evenmin duidelijk wordt waaruit die informatie bestaat. Desgevraagd heeft de officier van justitie te kennen gegeven dat zij haar standpunt niet verder kan onderbouwen.

Tegen de achtergrond van het onderbouwde standpunt van de klager is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie haar stellingname onvoldoende handen en voeten heeft gegeven. Zij ziet ambtshalve geen aanleiding om de officier van justitie hiertoe alsnog de mogelijkheid te bieden, mede omdat voor die onderbouwing zowel op de zitting van 11 oktober 2011 als op de zitting van 10 januari 2012 al gelegenheid is geweest.

Op voornoemde gronden is de rechtbank van oordeel dat de klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hijrechthebbende is van de in beslag genomen personenauto.

De rechtbank zal derhalve het klaagschrift gegrond verklaren en de teruggave van de personenauto gelasten aan de redelijkerwijs rechthebbende, de klager.

Beslissing

De rechtbank:

– verklaart het beklag gegrond;

– gelast de teruggave van de personenauto van het merk Mercedes, type ML 320 CDI, Spaans [kenteken], aan de klager.

The post Teruggave in beslag genomen auto bij ontbreken belang van strafvordering appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
https://strafrechtelijk-beslag.nl/teruggave-beslag-genomen-auto-ontbreken-belang-strafvordering/feed/ 0
In beslag genomen auto terug naar partner die niet wist van hennepteelt https://strafrechtelijk-beslag.nl/in-beslag-genomen-auto-terug-naar-partner/ https://strafrechtelijk-beslag.nl/in-beslag-genomen-auto-terug-naar-partner/#respond Sun, 27 Mar 2016 22:58:35 +0000 https://strafrechtelijk-beslag.nl/?p=1144 Het klaagschrift betreft een op grond van artikel 94 Sv onder de partner van klaagster gelegd beslag op een Renault Clio. De raadkamer gelast dat het in beslag genomen voorwerp wordt teruggegeven aan de klaagster. De vrouw verklaarde dat haar partner de auto had meegenomen om boodschappen te doen. Hij heeft haar autosleutel gepakt en vastgemaakt aan […]

The post In beslag genomen auto terug naar partner die niet wist van hennepteelt appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
Het klaagschrift betreft een op grond van artikel 94 Sv onder de partner van klaagster gelegd beslag op een Renault Clio. De raadkamer gelast dat het in beslag genomen voorwerp wordt teruggegeven aan de klaagster. De vrouw verklaarde dat haar partner de auto had meegenomen om boodschappen te doen. Hij heeft haar autosleutel gepakt en vastgemaakt aan zijn sleutelbos. Klaagster verklaarde niet bekend te zijn met het feit dat haar partner zich met hennepteelt bezig hield (rb Overijssel, 1 oktober 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:5434).

De rechtbank overwoog:

“Uit het raadkamerdossier en het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat klaagster wist of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat haar partner betrokken was bij een hennepkwekerij waardoor zij uiteindelijk haar auto kwijt raakte. Weliswaar is de inbeslaggenomen auto vatbaar voor verbeurdverklaring nu in de kofferbak van die autoonder meer henneptoppen en resten van hennep zijn aangetroffen terwijl bovendien aan de sleutelbos in de autoook nog de sleutel zat bevestigd die toegang gaf tot de schuur waarin de hennepkwekerij is aangetroffen, dat alles neemt niet weg dat aan de in het tweede lid van art. 33a Sr gestelde voorwaarde voor verbeurdverklaring niet voldaan is nu niet gebleken is dat klaagster als eigenaar van de inbeslaggenomen auto bekend was of bekend kon zijn met het gebruik van haar auto door haar partner in relatie tot de hennepkwekerij.

De raadkamer is om die reden van oordeel dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later oordelend in de eventuele strafzaak tegen de partner van klaagster de verbeurdverklaring van de aan klaagster toebehorende auto zal bevelen.

Op voornoemde gronden is de raadkamer van oordeel dat de klaagster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt van de in beslag genomen personenauto.”

 

The post In beslag genomen auto terug naar partner die niet wist van hennepteelt appeared first on Strafrechtelijk-beslag.nl.

]]>
https://strafrechtelijk-beslag.nl/in-beslag-genomen-auto-terug-naar-partner/feed/ 0