Intrekking regeling agressieve dieren en huidig beleid

Bij besluit van 24 december 2008 is de Regeling agressieve dieren ingetrokken. Dit besluit is op 1 januari 2009 in werking getreden. Op basis hiervan moet nu per hond worden beoordeeld of deze agressief is.

Wettelijk kader

Artikel 73 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren luidt:

“Artikel 73

1. Het is verboden dieren, behorende tot door Onze Minister aangewezen soorten of categorieën van dieren te fokken, in Nederland te brengen, te koop aan te bieden of te verkopen.

2. Het is verboden dieren behorende tot ingevolge het eerste lid aangewezen soorten of categorieën van dieren voorhanden te hebben.

3. Ingevolge het eerste lid worden slechts aangewezen soorten of categorieën, waarvan de dieren een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van mens of dier.”

12. Art. 2 van de al genoemde, ten tijde van het bewezenverklaarde handelen van kracht zijnde Regeling agressieve dieren (RAD) bepaalde dat als diersoorten en categorieën van dieren bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de wet worden aangewezen de soorten en categorieën van dieren als bedoeld in de bij deze regeling behorende bijlage 1. Deze bijlage 1 vermeldt:

“Bijlage 1. Honden van het Pit-bull-terrier-type, waaronder wordt verstaan honden die in belangrijke mate voldoen aan de navolgende karakteristieken of in belangrijke mate gelijkenis vertonen met de navolgende afbeeldingen”

Onder deze vermelding staan karakteristieken genoemd betreffende het uiterlijk van de hond en zijn twee foto’s en een tekening weergegeven.

Toelichting

13. Bij besluit van 24 december 2008 is de Regeling agressieve dieren ingetrokken. Dit besluit, dat op 1 januari 2009 in werking trad, is door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit als volgt toegelicht.

“TOELICHTING

Met deze regeling wordt de Regeling agressieve dieren ingetrokken. In 1993 is de Regeling agressieve dieren (RAD) tot stand gekomen naar aanleiding van diverse ernstige bijtincidenten door, en agressief gedrag van honden van met name het type pitbull. De RAD is gebaseerd op artikel 73 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD). Dit artikel bepaalt dat dieren behorende tot door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen soorten of categorieën agressieve dieren niet mogen worden gehouden. Ook mag met dergelijke dieren niet worden gefokt en gehandeld. De RAD bevat dus een uitsterfregeling.

De RAD heeft niet het effect gehad dat ervan werd verwacht. Het aantal pitbulls is niet afgenomen en er bleven bijtincidenten voorkomen. Het stuitte op toenemend onbegrip dat op grond van de RAD ook honden in beslaggenomen en daarop volgend gedood konden worden die niet waren betrokken bij bijtincidenten (Kamerstukken II 2006/07, 28 286, nr. 42). Dit is aanleiding geweest tot het instellen van een Commissie van Wijzen. Het advies van die commissie bevatte onder meer de aanbeveling de RAD in te trekken (kamerstukken II 2007/08, 28 286, nr. 218).

Op basis van dat advies heb ik aanvankelijk geoordeeld dat het niet wenselijk zou zijn te volstaan met het intrekken van de RAD alleen. Uit het oogpunt van het veiligheidsgevoel van de burger heb ik daarom toen het voornemen opgevat een regeling inzake agressieve honden te behouden; dit als extra instrument om te kunnen optreden bij agressiviteit door honden, naast mogelijkheden daartoe op basis van de gemeentelijk APV’s en artikel 425 van het Wetboek van Strafrecht.

Dit voornemen kon ook in de Tweede Kamer op instemming rekenen (Kamerstukken II, 28 286, 228). In een AO van 11 september 2008 is de vraag aan de orde geweest wat de effectiviteit en toegevoegde waarde van de nieuw voorgestelde regeling zou kunnen zijn. Daarbij is tevens naar voren gebracht dat het gedrag van honden in grote mate wordt bepaald door dat van hun eigenaars.

Mede op basis van nader overleg met de VNG, het OM en de Minister van Justitie is gebleken dat een nieuwe regeling ter vervanging van de RAD, mede gelet op het raamwerk van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, te weinig substantiële extra mogelijkheden zou bieden om op te treden ten aanzien van agressie door of methonden ten opzichte van het bestaande instrumentarium. Dit laatste is, alles afgewogen, voldoende toereikend voor maatwerk bij het optreden bij agressie met en door honden. De houders van de honden kunnen zowel op grond van de APV’s worden bestraft, als ook op grond van artikel 425 van het Wetboek van Strafrecht. Langs zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke weg kunnen ook de gewenste maatregelen jegens honden worden genomen, in het bijzonder aanlijn- en muilkorf geboden en inbeslagname.”(2)

14. De in deze Toelichting genoemde parlementaire stukken laten zien dat de intrekking van de RAD het gevolg is geweest van vraagtekens die vanuit de Tweede Kamer werden gesteld bij de zin en de effectiviteit van de “uitsterfregeling” die de RAD beoogde te zijn, vraagtekens die mede werden gevoed door een toegenomen weerzin tegen het doden van honden die niet aantoonbaar gevaarlijk waren. Voor de beoordeling van de ambtshalve opgeworpen vraag zijn voorts twee niet in de Toelichting genoemde brieven van belang die de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer zond.

15. De eerste van de twee bedoelde brieven is de Brief van 10 juli 2008 (Kamerstukken II 2007-2008, 28 286, 224), die onder meer het volgende inhoudt:

“Zoals ik u heb medegedeeld in de brief d.d. 9 juni 2008 (28 286, nr. 218) zal ik de RAD gaan intrekken. Ook heb ik aangegeven dat honden die in het kader van de RAD enkel op uiterlijke kenmerken in beslag zijn genomen (en dus niet betrokken zijn geweest bij een bijtincident), worden teruggegeven aan de eigenaar. Inmiddels zijn er 27honden teruggegeven en is voor 38 honden opdracht tot teruggave verstrekt. Honden die wel bij een bijtincident betrokken zijn geweest, worden onderworpen aan een gedragstest. Ik heb gedragsdeskundigen gevraagd mij hierover te adviseren en verwacht in september daar duidelijkheid over te hebben. Dit proces dient uiterst zorgvuldig plaats te vinden.

In gang gezette acties binnen het OM

Naar aanleiding van mijn toezegging aan uw Kamer zijn binnen het OM een aantal acties in gang gezet om de teruggave van de honden die daarvoor in aanmerking komen zo vlot mogelijk te kunnen laten verlopen. De parkethoofden zijn geïnformeerd over de beleidswijziging van het ministerie van LNV. Daarbij is aangegeven hoe er dient te worden gehandeld ten aanzien van inbeslaggenomen honden in lopende strafzaken en met de vonnissen die onherroepelijk zijn geworden na 9 juni 2008. Lopende strafzaken die nog niet voor de rechter zijn gebracht, worden geseponeerd. In zaken die onder de rechter zijn, wordt de niet-ontvankelijkheid van het OM gevorderd. Bij hoge uitzondering heeft het OM besloten om dat deel van de rechterlijke vonnissen die zien op de afdoening van het beslag – in casu het onttrekken aan het verkeer van de pitbulls die niet bij bijtincidenten zijn betrokken – niet te executeren.”

16. De tweede brief is de Brief van 12 december 2008 (Kamerstukken II 2008-2009, 28 286, 251). In deze brief deelt de Minister de Kamer mee dat hij besloten heeft af te zien van een vervangingsregeling. Ter toelichting van dit besluit zet hij in de brief “op hoofdlijnen de verschillende stappen die in dit dossier zijn gezet, nog eens op een rij”. De gegeven toelichting is uitvoeriger dan de hiervoor onder punt 13 gegeven Toelichting. Hier van belang zijn vooral de volgende, onder het kopje “Conclusies en vervolgproces” opgenomen passages.

Op basis hiervan stel ik vast dat hierboven genoemde mogelijkheden voldoende toereikend zijn voor maatwerk bij het optreden bij agressie met en door honden. De houders van de honden kunnen zowel op grond van de APV’s worden bestraft, als ook op grond van artikel 425 van het Wetboek van Strafrecht. Langs zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke weg kunnen ook de gewenste maatregelen jegens honden worden genomen.

Op basis hiervan kom ik uiteindelijk tot de slotsom dat de meerwaarde van een nieuwe regeling in dat licht vooral symbolisch zou zijn in plaats van een, in aanvulling op bestaande mogelijkheden, praktisch toepasbaar extra instrument. Ik zal de RAD dan ook intrekken met ingang van 1 januari as. en niet voorzien in een nieuwe regeling op grond van de GWWD.

Dit betekent ook dat daarmee artikel 74 van de GWWD dat voorziet in een extra mogelijkheid voor burgemeesters te kunnen op treden tegen agressieve honden, voorzover die behoren tot soorten of categorieën die zijn aangewezen op grond van de GWWD, buiten werking zal zijn gesteld.

Bij deze brief is in schema op hoofdlijnen aangegeven wat de mogelijkheden zijn om na 1 januari op te treden tegen agressieve honden of hun eigenaren.

De gevolgen van dit voornemen tot intrekking van de RAD met ingang van 1 januari 2009 zijn de volgende.

In de eerste plaats zal terzake van honden die voor het tijdstip van intrekking van de RAD, dus tot 1 januari 2009, nog op grond van de RAD in beslag zijn genomen, het huidige beleid worden gecontinueerd. Het uitvoeren van het risico-assessment bij de honden die in beslag genomen zijn als gevolg van een bijtincident of die afwijkend gedrag vertonen, is nog gaande maar ligt op schema. Doelstelling is om bij al deze honden begin volgend jaar het risico-assessment afgenomen te hebben. Op basis van dit risico-assessment wordt besloten of de hond teruggegeven wordt aan de eigenaar, zal worden herplaatst of zal worden geëuthanaseerd. Het proces van teruggave van hondenwaarvan geen eigenaar bekend is, de eigenaar afstand gedaan heeft, of waarvan de eigenaar niet te traceren is, verloopt echter niet altijd even voorspoedig. Een aantal van deze honden vertoont afwijkend gedrag, in dusdanige mate dat het er naar uitziet dat besloten moet worden tot euthanasie. Voor de andere honden binnen deze categorie is het moeizaam herplaatsing te realiseren. Dit heeft veel te maken met de hoge eisen die ik stel aan de situatie waarin de hond herplaatst zal worden met het oog op het garanderen van veiligheid en het welzijn van deze dieren na plaatsing. Desalniettemin is het de verwachting dat begin volgend jaar ook voor deze groep honden een passend thuis gevonden is.”

< Terug naar Beslag hond strafrecht
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden